We use Optical Character Recognition (OCR) during our scanning and processing workflow to make the content of each page searchable. You can view the automatically generated text below as well as copy and paste individual pieces of text to quote in your own work.
Text recognition is never 100% accurate. Many parts of the scanned page may not be reflected in the OCR text output, including: images, page layout, certain fonts or handwriting.
MO. * ALQEMEENE GEOLOGIE 1 Het Lahndal van de burcht Lalineck (achter Oberlahnstein) uit gezien. 2 Het Lahndal bij Oberndorf, N.W. van Marburg in Westfalen. Uitzicht van het Groethepunt. 3 Schwarzburg a/d Schwarza, bp stroom der Saaie, gezien van den nahurigen Trippstein. 4 Duinlandschap in de Sahara met rustend reisgezelschap. 5 Kloof aan den weg naar Sarren t, bij Amalfi (Italië). 0 Kloof bij de Via Mala in Grau- bunderland. 7 Klint aan de krytkust van Rügen (Oostkust). 8 Natuurlijke brug aan de Lüderitz bocht, in Duitsch Zuidwest-Afrika. 9 Afbrokkeling van de kustby Witten- berge. 10 Klip van het diluvium bij Wittenberge. 11 Klip in diluviaal keileem. 12 Bedding van een beek op den weg naar het Mecklenburghaus, in Kiautsjou (de Duitsche kolonie in China. 13 Krijtkust tusschen Sassnitz en de Stubbinkammer aan de oostkust van Rügen. 14 De eilandsberg Dicker Wilhelm by Garub (Duitsch Zuidwest-Afrika). 15 Kloof in het oerwoud van Brazilië. 16 Heete bron (geiser) by Reikjavik, die gebruikt wordt om er iii te was- schen. 17 Kust bij Sorrento, met het hotel Framontana. 18 Brandingskust bij San Francisco. 19 Droog rivierbed in de Erangogel. 20 Koppenplan in het Reuzengebergte. 21 Woudlandschap in het Spreewald.- 22 Een blik in het Polenz-dal, een zij dal van de Sebnitzbach, die even boven Königstein in de Elbe valt. Men ziet het dal met de Walterdorfer Mühle en Talwachter. Het geheel is een klein deel van het Elbe zandsteenplateau; de zandsteenla- gen zyn duidelyk zichtbaar. 23 De Albime-brug in een kloof by Aix- les-Bains, aan de oostzijde van het Lac de Bourget. 24 Overstrooming aan de Nerthe, een bijstroom van de Have], die er by Potsdam invalt; ze komt van de Fleming en stroomt door verschil- lende meren. Het overstroomings- gebied is tusschen Siethen en Blankensee. 25 Deel van het tot plateau geworden bergland van den Harz, bij Bocks- wiese; zulk een plateau heet in het Duitsch Rumpflachen in het Engelsch feneplain (d.i. „byna vlak” bergland). Deze naam is eraan ge- geven door den Amerikaanschen geoloog en geograaf William Morris Davis. 26 Bamboewoud in Urundi, Duitsch Oost-Afrika. 27 Kanwoestyn gezien naar de zijde der zee. 28 Dicbt bij de boomgrens op den Aoristukan in Zweden. 29 Vleugelwand, aardlagen. (Vleugels noemt de kanten van een plooi, d.i. een door zijdelingschen druk gevouwen aardlaag). 30 Gebogen lagen. 31 Noordpunt van Helgoland. 32 Diskordante lagen in den Harz. (Dis- kordant noemt men aardlagen, die afzet zijn op andere, welke reeds een schuinen stand hadden). 33 Tafelbergen. 34 Buiging van aardlagen. 35 „Hochbor”. 36 Plooirug, zadel of antikline, 37 Plooigebergte. 38 Steengroeve. 39 Temple of the Virgin, ütah. 40 Liggende plooi. 41 Faulhorn. 42 Profiel van de Alpen. 43 Plooidal, trog of synkline. 44 Herhaalde kleine plooiingen. 45 Horst (omhoog geperste massa). 46 Landschap met terrassen. 47 Over elkaar geschoven plooien. 48 Verschuiving van aardlagen. 49 2 ~ » )> n öO Gneislandschap. 51 Hellende gnei.slagen. 52 Strandterras. 53 Schmutzbander. 54 Berkengordel. 55 Leemlei. 56 Vergletscherd plateau. 57 Schieferétage v/h. Silune. 58 Kalksteenétage op Kinnekulle. (Zwe- den).