Catalogus der Lichtbeeldenvereeniging 1912-13 (1912)

Record Details:

Something wrong or inaccurate about this page? Let us Know!

Thanks for helping us continually improve the quality of the Lantern search engine for all of our users! We have millions of scanned pages, so user reports are incredibly helpful for us to identify places where we can improve and update the metadata.

Please describe the issue below, and click "Submit" to send your comments to our team! If you'd prefer, you can also send us an email to mhdl@commarts.wisc.edu with your comments.




We use Optical Character Recognition (OCR) during our scanning and processing workflow to make the content of each page searchable. You can view the automatically generated text below as well as copy and paste individual pieces of text to quote in your own work.

Text recognition is never 100% accurate. Many parts of the scanned page may not be reflected in the OCR text output, including: images, page layout, certain fonts or handwriting.

in de botters ziet men een bundel vlaggetjes met een soort dobbers; dat zijn de zoomen, waaraan ieder z’n eigen netten herkent. 10 Ansjoviszouterij en afslaggebouw te Urk. 11 Schoonmaken van de ansjovis te Volendam. 12 Zouten van de ansjovis. 13 Ansjovis wordt in tonnen gepakt. 14 Botters en schokkers met in den mast geheschen haringgeepnetten. Men ziet aan de netten duidelyk de rijen drijfkurken. 15 Haringspeetsters rijgen de openge- spauwen haring aan houtjes om gerookt te worden. 16 Bokkingrookery. 17 Wonderkuil uitgezet op een weiland. Aan de afmetingen der personen, die er bij staan, kan men zien hoe groot zoo’n net is. 18 Volendammer botters zeilend voor den wind met de wonderkuil tusschen zich in. 19 Dito van achteren gezien. Van de vaartuigen ziet men aan den achter- steven de treklijnen van den kuil uitgaan. Men ziet aan den stand der zeilen, dat er „vóór den wind” gezeild wordt. d. w. z. dat de wind van achteren in de zeilen blaast. 20 Botters, die den wonderkuil in de mast te drogen hebben gehangen. Men ziet de z.g. „oorstokken” aan de buitenzijde van de netopening. 21 Volendammer botter visschend met de knakkuil. Men ziet de kruiswijs geplaatste balken. 22 Volendammer, visschend met de dwarskuil. Men ziet aan den stand der zeilen, dat er „by den wind” gezeild wordt, d. w. z. dat de wind dwars op de zeilen blaast. 23 Schema van schip, visschend met dwarskuil, knakkuil en wonderkuil, van boven gezien. 24 Volendammer, de knakkuil inhalend. 25 Leraster visschers de beug azend. 26 Aalfuiken. 27 Stille „leiïge” dag op de Zuiderzee. Trawlvisscherij. 28 Schematische voorstelling van een 31 Dito, verder stadium. Men ziet de ottertrawl. visschen boven komen. 29 Otterbord. Teekening. 32 Ken prachtige zware schol. 30 Ophalen van den trawl, de boven- 33 Stoomtrawler met de bal opgeheschen pers komt boven w'ater, men ziet ten teeken dat’tschip visschende is. de otterborden op zij. 34 Kykje in den vischafslag te LJmuiden. Beuévisscherij. 35 Schema van een beug. 36 Schema van joon, baaklijn en werp- anker. 37 Teekening van aasbak en verschil- lende soorten van aas. 38 Het azen van heel dichtbij gezien, een garnaal wordt aan den hoek geslagen. 39 Dito, de geaasde hoek, die klaar is, hangt over den rand van den aas- bak. In het gespleten houtje midden in den bak liggen alle hoeken op volgorde om verwarring te voorkomen. De visscher haalt den volgenden hoek van ’t houtje. 40 Het uitgooien van de beug aan boord van ’t schip. 41 Sloepschip, de brug inhalend, teeke- ning. 42 Nieuw model stalen sloepschip. zoo- als bij de beugvaart wordt gebruikt. 43 Fuiken voor ’t vangen van de greep (waarmee geaasd wordt), staande bij Den Helder, ’t Water is nog hoog, maar zakkende, want enkele hoepels van de fuik beginnen al boven water te komen. In de verte de kust van Texel met de kerk van ’t dorp Hoorn op Texel. 44 Een Fjord aan de kust van LTsland met een dorp. 45 Een warme bron op IJsland. 46 Een Fransche IJslandvaarder. Deze visschen met een soort beug, maar die maar uit 1 of 2 baaklijnen be- staat. 47 Inscheping in Duinkerken. Zie de matrozenkist. 48 Bemanning aan boord. 49 Het kerk-hospitaalschip, dat door de Fransche Staat in die wateren wordt onderhouden. 50 Dokter en geestelijke aan boord in hun pelzen gehuid. 51 Van de naburige vaartuigen worden zieken of gewonden geroeid naar ’t hospitaalscliip voor onderzoek. 52 Ontscheping van zieken aan den wal.