We use Optical Character Recognition (OCR) during our scanning and processing workflow to make the content of each page searchable. You can view the automatically generated text below as well as copy and paste individual pieces of text to quote in your own work.
Text recognition is never 100% accurate. Many parts of the scanned page may not be reflected in the OCR text output, including: images, page layout, certain fonts or handwriting.
KA. * De verspreiding der zaden. In bewerking. KG. * Ontwikkeling van enkele zoogdieren. 25 platen. , 1 Twee spermatozoën. 2 Boven. Voorstelling van een sper- matozoën naar Hartzoeker. Bene- den. Dito naar Dalenpatius. 3 Verscl^'nselen, die de bevruchting inleiden by het ei van een zeester. Indringen van ’t spermatozoën. A ’tEi omgeven door spermatozoën. B en G. Indringen van ’t sperma- tozoën door het geleihulsel. [gh) Vorming van den ontvangheuvel {G). D en E. Indringen in de oppervlakte van ’t ei, vorming van den dooierhuid {dh) afwerpen der staarten. 4 Byna ryp ei van den mensch (uit- gegroeide eicel) onmiddellyk aan den nog levenswarmen eierstok ontnomen. Van buiten het epitheel met de lichte zona pellucida, daar- onder een breede laag dooierarm ooplasma, in ’t midden het dooier- ryke ooplasma Links boven kiem- blaasje met kiemvlek. Benige sub- zonale kernen. 5 Klievingsstadia van Rana temporaria. Elk ei eenmaal van voren (a) en eenmaal van achteren (ö) gezien, om aan te toonen dat ’t lichtere veld by alle 3 ontwikkelingsstadiën aan de achterzyde van ’t embryo meer plaats inneemt dan aan de voorzyde. 6 Kiemblaas van een konijn, naar E. V. Beneden, e. eiwithulsel e.p. zona pellucida. W uit een ceilen- laag opgebouwde wand van de kiemblaas. kh. Klievingsholte die zich langzamerhand tot kiem- blaasholte vergroot. *) Groep van cellen, die alleen het latere embryo zullen vormen. 7 Lengtedoorsnee door een kiemblaas van Triton met beginnende gas- trula instulping. ak. en ik. bui- tenste, binnenste kiemblad. fk. kiemblaasholte. ud. oerdarm. u. oermond. dl. en vl. dorsalen en ventrale lip van den oermond. dz. dooiercellen. *) Randzone. 8 Links Mediaansnede door de gastrula van een kikvorsch. ak. buitenste kiemblad. dd. en vd. dorsaal en ventraal vooruitgeschoven wig van dooiercellen. kli. ‘kiemblaasholte. sch. scheidingswand, ud. oerdarm. Rechts. Mediaansnede door den gas- trula van den kikvorsch stadium dat zich aansluit aan ’t voorgaande. ak. uiterst kiemblad. af. nog vry liggend dooierveld; dd. en vd. dorsaal en ventraal vooruitgeschoven wig van dooier- cellen. dul. dorsale oermondlip. kh. kiemblaasholte. ud. oerdarm. sch. scheidingswand. 9 Vruchtblaas by den mensch (naar Spee) ch. chorion H. Hechtsteel. ' Amn ammion. N. navelblaas. 10 Menschelyk embryo met schoenzool- achtige kiemhuid met medullair- groeve en medullairplooien zonder oerwervels. Amnion geopend. Lengte 2 m.m. van de rugzyde gezien. 11 Opeenvolgende stadiën van de ont- wikkeling van een kuiken. Naar Keibel en Abraham. 12 Beboerende by Keibel en Abraham. 13 Dooierzak-vaten van een kuiken. Na bebroeding van 4 dagen en 20 uren van onderen bekeken, De slag- aderen zyn donker, de aderen licht geteekencl. h. hart. ao. aorta. aom.. rechter en linker dooierslag- ader. vva. links voorste dooierader. vva. rest van de rechts voorste, dooierader. vvp. achterste dooierader. vvl. zyaderen. vc. collaterale aderen. vz. tusschenaderen. vt. .randaderen. ao. overgang der achterste einden der beide aorta’s in de beide slag- aderen der allantois.