We use Optical Character Recognition (OCR) during our scanning and processing workflow to make the content of each page searchable. You can view the automatically generated text below as well as copy and paste individual pieces of text to quote in your own work.
Text recognition is never 100% accurate. Many parts of the scanned page may not be reflected in the OCR text output, including: images, page layout, certain fonts or handwriting.
15 Kastanje. 16 Kastanjeknoppen. 17 Bloeiende tak van kastanje. 18 Berken. 19 Berken, op den achtergrond dennen- bosch. 20 Katjes van hazelaar. 21 Berken en dennen. 22 Dennen. 23 Aan het water. 24 Aan het water, beuken. 25 Treurwilg en kastanje (berijpt). 26 Onderwaters taande weilanden met knotwilgen. 27 Wilgen. 28 Knotwilg. 29 Dijkje met wilgen. 30 Dennenboschje. 31 Den. 32 Dennen. 33 Sparren. 34 Sparrentak. 35 Paddestoelen. 36a Schelpz wammen. 36Ö Boomstam met schelpzwammen. 37a Hazelaar. 37Ö Bloesem takje van een hazelaar. 38 Knoppen van een hazelaar. 39 Wilgenkatjes. 40 41 Bloeiende esschetak. 42 Cellen van zonnebloem; dwars door- gesneden. 43 Cellen van zonnebloem; in de lengte doorgesneden. EO. Olifanten en neushnerns. 23 platen. 1 Aziatische olifant; zes jaar oud. 2 Afrikaansche olifant; z\jn oppasser een poot gevend. 3 Clifanten in een tropisch bosch. 4 Zeer groote Aziatische olifant, die lang in den Zoöl. tuin te Londen was. 5 Laden van een olifant in een spoor- wagen. Een tweede olifant duwt er hem met zijn snuit, achteruit in 6 Vervoer van een olifantper spoorweg' 7 Ciifant, blokken hout verdragend. 8 Burmeesche olifant aan ’t werk. 9 Clifant een zwaren balk optillend. 10 Indische olifant. 11 „ „ een balk door’twater voorttrekkend. 12 Jonge Indische olifant; met snuit en poot „groetende”. 13 Drinkende-Afrikaansche olifant. 14 Badende Indische olifanten. Zij kun- nen door diepe rivieren loepen, terwijl hun snuit alleen boven ’t water uitsteekt. 16 Groote Indische neushoorn. 17 „ „ )i 18 Kleinste soort Indische neushoorns. 19 Neushoorn met behaarde ooren. 20 Zwarte Afrikaansche neushoorn. 21 Doode „ „ 22 Neushoorn zich ten aanval gereed makend op het oogenblik dat hij aoodgeschoten wordt. 23 Badende neushoorn. P. * Het Leven van een Tarweplant. Tan zaad tot zaad. Platen naar die van de Royal Agricnltnral Society of England. 30 platen. 1 Bouw van den graankorrel. 1 De graankorrel 6 X vergroot. 2 Dito embryo zichtbaar. 3 Lengtedoorsnede van (1). 4 Dwarsdoorsnede van (1) door en- -. dosperm. Dwarsdoorsnede door embryo. 2 Bouw van den zaadkorrel. 7 Doorsnede door een deel van den korrel, toonend de voorraad eiwit en zetmeel, X 120. 8 Zetmeelkorrels, X 520. 9 Binnenhuid van den korrel,.600 X. 10 Buitenwand „ „ „ ■ 600 X.