Catalogus der Lichtbeeldenvereeniging 1912-13 (1912)

Record Details:

Something wrong or inaccurate about this page? Let us Know!

Thanks for helping us continually improve the quality of the Lantern search engine for all of our users! We have millions of scanned pages, so user reports are incredibly helpful for us to identify places where we can improve and update the metadata.

Please describe the issue below, and click "Submit" to send your comments to our team! If you'd prefer, you can also send us an email to mhdl@commarts.wisc.edu with your comments.




We use Optical Character Recognition (OCR) during our scanning and processing workflow to make the content of each page searchable. You can view the automatically generated text below as well as copy and paste individual pieces of text to quote in your own work.

Text recognition is never 100% accurate. Many parts of the scanned page may not be reflected in the OCR text output, including: images, page layout, certain fonts or handwriting.

110 Een reiswagen met 4 paarden. 111 Leeggeladen booten worden tegen den stroom opgewerkt 112 Een verzameling vlechtwerk. 113 Sangireesch kofiFo weefsel. 114 Geikat Soemba weefsel. 115 Draagplank voor kleine kinderen met versierselen. Dajaks. 116 Tatoeeeren op de hand van een meisje. Dajahs. dito. Bovenbeen van een vrouw. 117 Zwaard. Op ’t lemmet van goed staal fijne ingedreven versiering, ’t ge- vest is van been met als ornament sterk gestyleerde koeien. Dajaks. 118 Proeven van houtsnijkunst: oor- sieraden, busje voor hanesporen, deksels van kokers, naalden voor ’t mattenvlechten. Dajaks. 119 Zwaardgrepen uit hertshoorn ge- sneden, enkele zyn versierd met geitenhaar, terwijl het ondereinde met plantenvezels is omvlochten. 120 Figuren met een mesje in’t glasharde bamboe gesneden. 121 Teekening van een Dajak, voorstel- lende hoe met behulp van ladders bijennesten uit een rots worden > gehaald. 122 Fluitblazen. De fluit bestaat uit een kalebas, waarin eenige bamboe- pÜfien, ieder met een paar gaatjes. Om de klank beter te maken is boven op de kop van een neus- hoornvogel gezet. Dajaks. 123 Gouden armband. Bataklauden. 124 Timmerlieden. Java. Let op hoe de werkman zyn voeten gebruikt. 125 Krisschede maken. Java. 126 De slendang en hoe die gedragen wordt. 127 Kind, gedragen in de slendang. Het kleedingstuk als een rok geplooid is de sarong onder de slendang is de kember of borstdoek zicht- baar. 128 De kain. De Balinees, die zit te schrijven, draagt den kain en een hoofd doek. 129 De zittende man draagt den sindjang. 130 Hoe de kris wordt gedragen. 131 Hoè er op Bali geschreven wordt, met een scherp mesje worden teekens gegrifd in een blad, zie ook No. 128. Hier zijn duidelijk de lang uitgegroeide nagels der vin- gers te zien, zooals men die op Bali draagt. AGP. Godsdienst.. Afd. I. AminisTne. 1 U i tgeholde boomstammen met dooden der Pnihing-Dajaks, benevens den gestorvenen medegegeven voor- werpen. De met demonen versierde bak(rechts) dient tot berging van dergeiyke voorwerpen. 2 Heidensche begraafplaats. 3 Steenen graf te Taba. 4 Witte doodskleederen, benaaid met allerlei zwarte menschen- en dieren gestalten. 5 Grafmonument voor aanzienlijken. 6 Touw rhet allerlei voorwerpen over de rivier gespannen, ten teeken dat het vreemdelingen verboden is de rijstvelden of woning van de rouwdragenden te betreden. 7 Zwaard met aanhangsels en versie- ringen tot afweren der booze gees- ten. (Dajaks). 8 Houten kinderdraagplankjes met aan- hangsels om de ziel van het kind te streelen en booze geesten af te weren. (Bahau Dajaks). 9 Begraafplaats der Pnihing Dajaks onder een overhangenden rotswand met voorwerpen den dooden mee- gegeven. 10 Graven op palen der Kinja-Dajaks. Op den voorgrond dat van een dochter op den achtergrond van een zoon van een hoofd. Deze stam geeft zijn dooden hoofdzakelyk hoeden en kleedingstukken mee. 11 Heilige boom te Palembang. 12 Batakfetischen. 13 Voorwerpen (pemali) om iemand on- geluk te veroorzaken, 4 om booze zweren te krijgen, 15 om door den casuarisvogel doodgetrapt te wor- den, 16 om spoedig vijanden te krijgen, en 18 om blind te worden; 14 Het inwendige van een Karriwari op Nieuw-Guinea. 15 Karriwari te Sageisara. 16 Geestentempel — jongelingenverbiyf — te Tobadi N.-Guinea. 17 Geestentempel, inwendig. Heilige bronnen en fluiten. 18 Houten korwar der Papoea’s aan de Geelvinckbaai; Nieuw-Guinea. 19 Vrouweiyk yoorouderbeeld van Nias. 20 Vorstengraf te Saloebalombo (Midden Gele bes). De beelden ervoor dienen tot afweer van booze geesten.