Catalogus der Lichtbeeldenvereeniging 1912-13 (1912)

Record Details:

Something wrong or inaccurate about this page? Let us Know!

Thanks for helping us continually improve the quality of the Lantern search engine for all of our users! We have millions of scanned pages, so user reports are incredibly helpful for us to identify places where we can improve and update the metadata.

Please describe the issue below, and click "Submit" to send your comments to our team! If you'd prefer, you can also send us an email to mhdl@commarts.wisc.edu with your comments.




We use Optical Character Recognition (OCR) during our scanning and processing workflow to make the content of each page searchable. You can view the automatically generated text below as well as copy and paste individual pieces of text to quote in your own work.

Text recognition is never 100% accurate. Many parts of the scanned page may not be reflected in the OCR text output, including: images, page layout, certain fonts or handwriting.

geeft het meer bij storm — de Föhn. 62 ’t Rütli. 63 Dito. 64 Tellskapelle. Op een vooruitsprin- gende klip stacat een kapel, gebouwd op de plaats, waar volgens de over- levering Wilhelm Teil in den storm aan land sprong. 65 Digi Staffel. 66 Rigi Kulm. 67 Rigi Kulm. De Rigi is een groep van bergen, door meren omgeven. Het mooiste en wijdste Alpenpanorama is hier te genieten. 65 stelt voor een punt nog niet aan den top; rechts den weg naar den top. 66 geeft het panorama op een hoogte van 1800 M. 67. Beneden ligt het meer, rondom de Alpenketens; .Jura, Vogezen, Schwarzwald zijn van daar af te zien. 68 Pilatus en Luzern. Duidelijk is de oude ringmuur zichtbaar, die met zijn 9 torens al in 1385 gebouwd werd. 69 Pilatus, Eselwand. Een van de steilste gedeelten van den tandradspoorweg, die een helling heeft van 48°. Tee- kening. 70 De Axenstrasze. Onderaan ziet men duidelijk ’t verloop van den spoor- weg, die er in een tunnel verdwijnt om door een vooruitstekenden berg te gaan. De lichte lijn, iets hooger, is de eigenlijke Axenstrasze, die in 1833—65 gemaakt werd, in de rotsen uitgehouwen en byna gelykvloerscli 23/4 uur van Brunnen naar Fluelen langs ’t meer loopt. De Gotbhard- spoor is dan eens beneden, dan weer boven, vaak ook gelijk met den straatweg. 71 Eiger, Mönch en Jungfrau. (3975 M., 4105 M., 4166 M.) Duidelijk is hier links op de plaat de Eigergletscher te zien, die in het Trümletenthal, berucht en ontoegankelijk door la- wines, uitmondt in den Trümmel- bach. Deze stort zich in het Lauter- brunnenthal, waarde Lutschine door stroomt, in een ketel van de rotsen, waar hfj zich met geweld een weg doorheen baant. Links ziet men de helling van den Kleinen Scheidegg. 72 Trümmelbach. 73 Brienzersee. 74 Als boven. De Brienzersee is met de Thunersee door de gekanaliseerde Aare verbonden, en staat 6 M. hon- ger. Zelfs in het koudste jaargetijde is het meer niet bevi-oren, en soms woedt de föhn er hevig, als ze uit de enge wanden van het Haslidal komt. De föhn is een stormachtige valwind, die niet heel vaak voor- komt, misschien 20 a 40 maal per jaar. Gewoonlijk waaien in Zwitser- land Westenwinden, die met het dal zijn meegericht. Boven stormt het vaak, als het beneden vrij kalm is of regent. Maar waaien de winden dwars over de Alpen, dan ontstaan de föhns, die dus geen warme Sa- harawind is, zooals men vroeger geloofde, maar een luchtdruk, die heel hoog lag, en met des te grooter kracht naar beneden komt, omdat de Alpentoppen het langen tijd be- letten. Bij het snelle neerstroomen in de dalen wordt de lucht ver- warmd, en de temperatuur stijgt soms meer dan 10°. Al het houtwerk droogt uit, en in den winter of in ’t voorjaar smelten groote sneeuw- massa’s, die de beken doen zwellen. ’tWeer is helder als de wind giert, en ’t droge land krijgt heldere kleuren. 76 Mischabelhörner bij Zermatt. 77 Stalden. De Visp bij Zermatt. 78 Mariahilfkapell bfj Zermatt. 79 St. Bernhardspas. Hier werd door St. Bernhard in 962 het beroemde hospitaal gesticht, het klooster, welks monniken verplicht waren, de reizigers kosteloos op te nemen, en tijdens de sneeuw (9 maanden lang bijna) met hunne groote honden verongelukten te zoeken en te helpen. Nog steeds zyn de regels er dezelfde. De echte St.- Bernhardshonden zyn uitgestorven, maar een ander soort, dat nu ge- bruikt wordt, draagt hun naam, en is heel scherp van reuk. Een observatorium is aan het klooster verbonden. De gemiddelde tempe- ratuur is 1° C., en ’s zomersmorgens zelfs is het meertje vaak bevroren. Rechts staat het lage huisje, waai- de lijken der verongelukten werden geborgen; nu is het niet meer in gebruik. De pashoogte is 2472 M. Aan passen is het land rijk. Hier drong in den tyd der groote glet,schers het ijs overheen. 80 St. Bernhardsliond. 81 Adelboden met den Groszluhner. (3055 M.) 82 Adelboden met Wildstrubel. De foto geeft mooi het ideale van een Alpenlandschap weer; de kom van het dal, met de rondgeslepen wan-