Catalogus der Lichtbeeldenvereeniging 1912-13 (1912)

9 Hoog en laagwater aan de kust van Bretagne. | 10 Hoog en laagwater aan de Zuidkust van Bretagne. 11 Het Wad in den Jade-boezem bü ebbe. 12 Strandgolven aan de kust der Oostzee. 13 Hooge golven door de deining der zee (Eng. roller) bij de Valsche baai in Zuid Afrika aan de oostzijde van Kaap de Goede Hoop. 14 Strand met oploopende golven, op het eiland Sylt. 15 Kaa,rtje van de Koraaleilanden der Malediven (atollen); deze liggen ten Z.W. van Ceylon, tusschen de Lakkadiven en de Tsjagoseilanden. De atollen hebben een zoetwater- meer (lagune) in ’t haidden en zijn met kokospalmen begroeid. De malediven bestaan uit 17 atollen, samen 300 K.M.3 groot. Dar win verdeelde de koraalriffen in strand- riffen, walriffen (b.v. de Great Barrier voor de N.0. kust van Australië) en atollen. 16 Koraalriffen voor de kust van Mombas in Britsch Oost Afrika, het zijn z.g. strandriffen. 17 Gezicht op de havenbocht (Gala) van Ciudadela, aan de westkust van Menorca (veerplaats naar Majorca). Deze Gala is een bijzondere vorm van de ria’s; tusschen half cirkel- vormige bochten springt het land met scherpe punten in zee vooruit; de calakust komt vooral voor op de Balearen en Malta (zie Penck, Morphologie II blz. 569). 18 De haven van Plymouth, als voor- beeld van een door positieve niveau- verandering ondergedoken dal. 19 Oeverlijnen van het grootendeels verdwenen Bonneville meer uit den Ijstijd; het overgebleven deel is het Groote Zoutmeer; naar de voor- naamste onderzoekers wordt het genoemd. De foto is genomen van het station Brovo uit. 20 Idem; op dit plaatje zijn verschillende oeverlijnen boven elkander te zien. 21 Een opgeheven kust met oud bran- dings terras, bij Gibraltar. 22 Gude, evenwydig loopende, strand- wallen, uit vuursteen opgebouwd, bij de Schmale Haide op Rügen. 23 Gude strandwal van vuursteenen, by de Schmale Haide op Rügen. 24 Strandwal uit den tyd vanhet Ancy- lusmeer, bezuiden Tafta op Gotland. Na den ystyd was de Witte Zee door de merenlaagte van Rusland en Zweden met de Noordzee ver- bonden; de zee heet Yoldia Zee. Later volgde rijzing en maakte de Gostzee tot een binnenzee, het Aucylusmeer. Nieuwe daling ver- bond het meer weer met de Noord- zee en zoo ontstond de Litorina-zee, die nieuwe strandlynen uitschuur- de. Nieuwe rijzing deed eindelijk den tegenwoordigen toestand in- treden. 25 Door een zandbank afgesloten mond eener beek bij Bogliako (westkust van het Gordanieer). 26 Kaart van de strandwallen en aan het eiland vastgehechte eilanden aan de zuidkust van Rügen. 27 Hoe het eilandje Isolettaby Beaulieu (Riviera), door strandwallen met den vasten wal werd verbonden. 28 Hoe het schiereiland Giens, ten Z. van Hyères op de Fransche Riviera, van eiland een schiereiland ge- worden is: het werd door een zandigen weg met den vasten wal verbonden, zooals Argentario en Piombinoaan de westkust van Italië. 29 Strandmeer in de Arenas Gordas (= dikke Landen) van Algarvië; deze duinkust zet zich voort langs de vlakten van Andalusië. Aan den zeekant ziet men de voorbij- liggende landtong (nehrung). 30 Een door aanspoeling recht geworden kust bij Norfolk, in den staat Vir- ginia aan de oostkust der Ver- eonigde Staten. Achter de nehrun- gen liggen haffen, (Zie Stieler, blad 91). 31 Haakvormige landtong, door aan- spoeling van zand ontstaan voor de Eastbay aan de golf van Mexico, in de staat Florida der Vereenigde Staten. VgJ. de Putriger Wiek, ten N. van Dantzig. ' 32 Idem, aan den oever van het Gntario meer Z.W. van Toronto. 33 Het begin der Kurische Nehrung, bij het zeebad Cranz ten N. van Koningsbergen. 34 IJsbarrikade aan het strand bij Cranz in April 1909. 35 Hoe een gletscher op Spitsbergen (by de Green Harbour „kalft”, d. w. z. hoe er stukken afbreken, door het zwaardere zeewater opgeduwd, die dan als ijsbergen ronddryven. 36 Hoe de zee den stellen King gletscher op Spitsbergen doet uithollen. 37 Gpgeheven koraalrif te Kaskum Wanghe bij Mombas, in Britsch Gost-Afrika. 38 Kaart der zandduinen aan den oever